Rijdt u niet meer dan 500 privékilometers in uw auto van de zaak? Dan heeft u geen bijtelling als u dat bewijst met een sluitende rittenregistratie. De hoogste rechter heeft al eerder bevestigd dat het bewijs ook op een andere manier geleverd kan worden.
Houdt u er echter rekening mee dat de Belastingdienst zich vooral richt op de sluitende rittenregistratie. Bij ander bewijs zullen daarom vaak discussies ontstaan.
Het gaat erom of u geloofwaardig én overtuigend uw geringe privégebruik kunt aantonen. Een sluitende rittenregistratie heeft de meeste overtuigingskracht, maar van de rechter mag de rittenregistratie geen doel op zich zijn en is ander aanvullend bewijs mogelijk.
Tip: De Belastingdienst ziet dat vaak anders. Houd daarom een sluitende rittenregistratie bij en voorkom daarmee lastige discussies over ander bewijs.
Een businessmanager is veel onderweg. Hij houdt keurig zijn ritten in een Excel-rittenregistratie bij, maar de Belastingdienst constateert bij controle dat de auto op vijf dag elders is gereden dan in de rittenregistratie is opgenomen. De businessmanager krijgt daarom, na intrekking van de verklaring geen privégebruik auto, een aanslag van € 4.000 en een even hoge boete. Met zijn goed bijgehouden elektronische agenda, alle garagenota’s en bekeuringen kan de businessmanager de rechter overtuigen. De rittenregistratie bevatte dan wel in eerste instantie gebreken, maar de businessmanager heeft toch met aanvullend ander bewijs kunnen aantonen dat hij onder de 500 privékilometers is gebleven.
Let op! Dat deze businessmanager ondanks gebreken in zijn rittenregistratie geen bijtelling hoeft toe te passen, wil uiteraard niet zeggen dat u uw rittenregistratie uit het (auto)raam kunt gooien. Ander (aanvullend) bewijs zal namelijk al snel tot lastige discussies met de Belastingdienst leiden.