Ondernemers, die investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen, hebben mogelijk recht op milieu-investeringsaftrek (MIA). Voorwaarde is dat de bedrijfsmiddelen als milieu-investeringen zijn aangewezen. Welke bedrijfsmiddelen dat zijn is te zien in de jaarlijks gepubliceerde milieulijst. In die lijst staat per bedrijfsmiddel omschreven aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om in aanmerking te komen voor MIA.
De investering in een nieuw duurzaam gebouw of de renovatie van een bestaand gebouw tot een duurzaam gebouw komt in aanmerking voor MIA. Wil een gebouw aangemerkt kunnen worden als duurzaam, dan moet het hout dat in het gebouw verwerkt wordt gecertificeerd duurzaam geproduceerd zijn. Is dat niet het geval dan komt de investering niet in aanmerking voor MIA.
Een ondernemer claimde MIA voor de verbouwing van een bedrijfspand. Uit de facturen bleek echter dat een deel van het hout, dat was gebruikt voor de verbouwing, niet gecertificeerd was. Dat was aanleiding om MIA te weigeren. De ondernemer ging in beroep. De rechtbank oordeelde dat de ondernemer niet aannemelijk had gemaakt dat het gefactureerde niet gecertificeerde hout voor andere projecten dan de verbouwing was gebruikt of dat minder niet-gecertificeerd hout was gebruikt dan was gefactureerd. Wanneer niet meer dan voor € 500 aan niet-gecertificeerd hout is gebruikt, wordt MIA niet geweigerd. Hof Den Haag onderschreef in hoger beroep het oordeel van de rechtbank. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof ongegrond verklaard.