Het kabinet wil de positie van oudere werklozen verbeteren door hen aantrekkelijker te maken voor werkgevers. Daartoe stelt het kabinet onder andere een tijdelijke verlaging voor van de leeftijdsgrens van de no-riskpolis naar 56 jaar. Met de no-riskpolis komen werkgevers niet voor hoge kosten te staan als een oudere werknemer langdurig ziek wordt.
Als uw werknemer ziek wordt, moet u zijn loon doorbetalen. Voor sommige werknemers geldt echter een no-riskpolis. Als een werknemer met een dergelijke polis ziek wordt, kunt u bij het UWV voor deze werknemer een Ziektewet-uitkering aanvragen. U kunt de uitkering dan verrekenen met het aan deze werknemer te betalen loon.
De no-riskpolis geldt bijvoorbeeld voor de werknemer die bij aanvang van het dienstverband een WIA-, WAO-, WAZ- of Wajong-uitkering heeft. De polis geldt na dertien weken ziekte ook voor de oudere werknemer geboren vóór 8 juli 1954, die langer dan 52 weken een WW-uitkering heeft en vanuit de WW bij u in dienst is gekomen. Het kabinet wil deze leeftijdsgrens tijdelijk verlagen naar 56 jaar.
De maatregel is onderdeel van het actieplan Perspectief voor vijftigplussers. De verlaging van de leeftijdsgrens naar 56 jaar voor de no-riskpolis zal de komende periode verder worden uitgewerkt.