Een van de mogelijke gemeentelijke heffingen is de parkeerbelasting. De Gemeentewet omschrijft parkeren als het gedurende een aaneengesloten periode laten staan van een voertuig anders dan voor het onmiddellijk in- en uitstappen van personen of het onmiddellijk laden of lossen van zaken. De Hoge Raad heeft vervolgens uitgelegd dat onder “onmiddellijk laden en lossen” moet worden verstaan het bij voortduring in- of uitladen van zaken van enige omvang of gewicht direct nadat het voertuig tot stilstand is gebracht en niet langer dan gedurende de tijd die daarvoor nodig is. Het moet gaan om zaken die zo groot of zwaar zijn dat het lastig is om ze op andere wijze dan per voertuig te halen of te brengen.
In een procedure over een opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting ging het om de vraag of het afgeven van een zak met wasgoed bij een wasserette valt onder onmiddellijk laden en lossen. De zak wasgoed woog ongeveer 12 kg.
Hof Den Bosch vond aannemelijk dat de chauffeur slechts zeer kort in de wasserette was geweest om de zak met wasgoed af te leveren en dat zijn auto niet langer had stilgestaan dan nodig voor de aflevering. Anders dan Hof Arnhem eerder in de procedure was Hof Den Bosch van oordeel dat geen sprake was van parkeren. Hof Arnhem vergeleek het afgeven van de zak met wasgoed met het bezoek van een consument aan een winkel. Ongeacht de duur van een dergelijk bezoek is geen sprake van laden en lossen. Die opvatting kon geen genade vinden in de Hoge Raad, die de zaak verwees naar Hof Den Bosch.