Uitstel van betaling

Naar aanleiding van berichten in de media zijn vragen gesteld aan de staatssecretaris van Financiën over de omvang van en de voorwaarden voor uitstel van betaling aan ondernemers. Volgens de staatssecretaris loopt het bedrag waarvoor uitstel van betaling is verleend sinds 2008 op, maar daalt het bedrag dat de Belastingdienst misloopt door faillissementen van ondernemers. De staatssecretaris ziet geen reden om de werkwijze van de Belastingdienst bij het beoordelen van verzoeken om uitstel van betaling aan te passen.

De Belastingdienst kent verschillende vormen van uitstel van betaling voor ondernemers. Naast regulier uitstel gaat het om bijzonder uitstel en om kort uitstel. Voor de verschillende vormen van uitstel gelden verschillende voorwaarden.

Regulier uitstel
Bij regulier uitstel moet volledige zekerheid worden gegeven voor het bedrag waarvoor uitstel wordt verleend. Dan kan in de vorm van een bankgarantie of hypotheek.

Bijzonder uitstel
Bij bijzonder uitstel kan worden afgeweken van de eis van volledige zekerheid. Bijzonder uitstel wordt alleen verleend aan levensvatbare ondernemingen met tijdelijke betalingsproblemen. Voorwaarde voor bijzonder uitstel is een verklaring van een externe deskundige, waarin staat dat:

  1. het gaat om werkelijk bestaande betalingsproblemen;
  2. die betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn;
  3. die betalingsproblemen vóór een bepaald tijdstip zullen worden opgelost; en
  4. sprake is van een levensvatbare onderneming.

De ontvanger kan bij het verlenen van bijzonder uitstel nadere voorwaarden stellen.

Kort uitstel
Kort uitstel wordt zonder nader onderzoek verleend voor een periode van maximaal vier maanden. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:

  1. de totale openstaande belastingschuld bedraagt minder dan € 20.000;
  2. er zijn aan de ondernemer geen dwangbevelen betekend voor belastingschulden;
  3. er staat geen vergrijpboete open;
  4. er is geen uitstel van betaling in verband met betalingsproblemen of in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag verleend;
  5. het verzoek heeft geen betrekking op een voorlopige aanslag die in termijnen betaald mag worden.


Bron: Informanagement