Met de verruiming van de sportvrijstelling in de btw laten we onze regelgeving aansluiten bij de Europese. Het is in ons huidig stelsel niet mogelijk om onderscheid tussen sportdiensten verricht aan leden en niet-leden te maken.
Het uitbreiden van de vrijstelling voor diensten op het gebied van sport is niet altijd voordelig. Zo worden bijvoorbeeld bepaalde sportactiviteiten belast tegen het lage btw-tarief. Voor de investeringen die met deze activiteiten gepaard gaan, kan dan btw worden teruggevraagd. Dit is vanaf 2019 dus niet meer mogelijk.
Om dit nadeel te compenseren, wordt er een subsidieregeling voor sportaccommodaties in het leven geroepen. Ook komt er een overgangsregeling om te voorkomen dat bestaande sportprojecten als gevolg van de vrijstelling duurder gaan uitvallen.
Verder wordt het aantal sportdiensten uitgebreid waarvoor de vrijstelling gaat gelden. Ook hiermee sluiten we beter aan bij de Europese regelgeving. Zo gaat onder meer het beschikbaar stellen van ligplaatsen voor vaartuigen die geschikt zijn voor sportbeoefening, onder de vrijstelling vallen.
Een belangrijke voorwaarde voor de vrijstelling is dat de sportorganisatie geen winst beoogt. Is dit wel het geval, dan is de vrijstelling niet van toepassing.
Let op!Dit voorstel is onderdeel van het Belastingplan 2019 en dus nog niet definitief.
accountenz, breda
Dorstseweg 14a
4854 NB Bavel
T 0161 43 15 99
E info@accountenzbreda.nl