Voor de auto van de zaak geldt de bekende bijtelling, die gekoppeld is aan de catalogusprijs in het jaar van aankoop. Voor auto's ouder dan 15 jaar geldt een bijtelling op basis van de dagwaarde. Hierbij wordt verschil gemaakt in een youngtimer en oldtimer. Waar zitten de (fiscale) verschillen?
Onder de youngtimers vallen auto’s van 15-30 jaar oud. Dergelijke auto’s kunnen nog in een prima conditie zijn voor dagelijks gebruik. De bijtelling bedraagt echter, in tegenstelling tot jongere auto’s, slechts 35% van de dagwaarde in plaats van de catalogusprijs. Een Opel van 15 jaar oud met een cataloguswaarde van destijds € 30.000 en een dagwaarde van € 5.000, kost u dus maar € 1.750 aan bijtelling. Alle overige autokosten komen echter gewoon ten laste van uw winst.
Voor echte oldtimers, dus ouder dan 30 jaar, zoals een vooroorlogse Mercedes, kan de dagwaarde echter zomaar € 250.000 bedragen. En ook al was de cataloguswaarde destijds bijvoorbeeld maar € 15.000, dan betaalt u toch 35% over de dagwaarde ofwel € 87.500.
Tip: Houd voor een echte klassieker een rittenadministratie bij waaruit blijkt dat u de auto niet meer dan 500 kilometer privé gebruikt. U voorkomt dan de forse bijtelling, terwijl u de auto gewoon zakelijk kunt gebruiken én alle kosten ten laste van de winst kunt brengen.
Er bestaat een vrijstelling voor de MRB voor auto's die minstens 40 jaar oud zijn. Daarnaast bestaat er een tegemoetkoming voor benzineauto's van vóór 1988. Daarvoor betaalt u maar 25% van de eigenlijke MRB, met een maximum van €122 per jaar.
Let op! Maakt u gebruik van deze overgangsregeling, dan mag u met de auto in januari, februari en december niet op de openbare weg komen, dus ook niet parkeren!
Heeft u vragen over de fiscale aspecten van een youngtimer of oldtimer, neem dan contact met ons op.
U betaalt zo min mogelijk belasting en loopt geen fiscale risico´s. Het inwinnen van fiscaal advies levert in 4 van de 5 situaties financiële voordelen op.