Wet tegemoetkomingen loondomein

Wet tegemoetkomingen loondomein

De premiekortingen moeten het aantrekkelijker maken om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen. De premiekortingen worden vervangen door het wetsvoorstel Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De huidige premiekortingen worden omgezet in loonkostenvoordelen. Daarnaast wordt het lage-inkomensvoordeel ingevoerd. Dat is een loonkostenvoordeel voor werkgevers die werknemers met een relatief laag loon in dienst hebben.
Beide tegemoetkomingen worden uitgedrukt in een vast bedrag per verloond uur. De tegemoetkomingen kennen een jaarmaximum. Het UWV berekent jaarlijks de hoogte van de tegemoetkomingen aan de hand van gegevens in de polisadministratie. Samenloop tussen de verschillende tegemoetkomingen is uitgesloten. Het recht op tegemoetkomingen kan niet hoger zijn dan het bedrag van de hoogste tegemoetkoming voor de betreffende werknemer. De inwerkingtreding van dit wetsvoorstel zal worden geregeld bij koninklijk besluit. Het is de bedoeling dat het lage-inkomensvoordeel in werking zal treden op 1 januari 2017. De loonkostenvoordelen volgen dan op 1 januari 2018. Dat zou betekenen dat in 2017 de huidige premiekortingen nog van toepassing zijn.

Lage-inkomensvoordeel
De maximale hoogte van het lage-inkomensvoordeel is € 2.000 per jaar bij een jaarloon van 100 tot 110% van het wettelijk minimumloon en € 1.000 per jaar bij een jaarloon van 110% tot 120% van het wettelijk minimumloon. Het lage-inkomensvoordeel wordt alleen toegekend bij banen voor ten minste 24 uur per week. Er geldt geen leeftijdsondergrens maar wel een bovengrens. Dat is de AOW-leeftijd omdat voor AOW-gerechtigde werknemers geen premies voor de werknemersverzekeringen betaald hoeven te worden.

Loonkostenvoordeel
Het loonkostenvoordeel voor een oudere werknemer of voor een arbeidsgehandicapte werknemer bedraagt op jaarbasis maximaal € 6.000. Voor de doelgroep banenafspraak wordt het maximum € 2.000 per jaar. Deze bedragen worden omgerekend in een vast bedrag per verloond uur. Dat komt neer op de volgende bedragen:

  • loonkostenvoordeel oudere werknemer: € 3,05;
  • loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer: € 3,05;
  • loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak: € 1,01.

Er bestaat geen recht op het loonkostenvoordeel wanneer na beëindiging van een dienstbetrekking binnen zes maanden een dienstbetrekking tussen dezelfde werkgever en werknemer tot stand komt.

Premievrijstelling marginale arbeid
De bestaande premievrijstelling marginale arbeid geldt voor werkgevers die een uitkeringsgerechtigde in dienst nemen voor maximaal 6 weken. Zij hoeven voor deze werknemers geen premies werknemersverzekeringen af te dragen. Deze regeling wordt afgeschaft.