Wanneer de Belastingdienst te laat besluit om heffingsrente (nu: belastingrente) te vergoeden is sprake van een verzuim. Er is geen specifieke wettelijke regeling met betrekking tot de mogelijkheid van rentevergoeding bij een dergelijk verzuim. Daarom is volgens de Hoge Raad de algemene regeling over wettelijke rente van de Algemene Wet Bestuursrecht in die gevallen van toepassing. Op grond van die algemene regeling is een bestuursorgaan de wettelijke rente verschuldigd wanneer een afwijzende beschikking tot betaling na bezwaar of beroep wordt vervangen door een beschikking tot betaling. De regels van de staatssecretaris van Financiën over coulancerente zijn beleidsregels en geen formele wettelijke regeling.
Bij de ambtshalve vermindering van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting vergoedde de inspecteur geen heffingsrente. Nadat de BV bezwaar had gemaakt tegen het niet vergoeden van heffingsrente en er vervolgens in 2011 rechtspraak van de Hoge Raad kwam over de vergoeding van heffingsrente besloot de inspecteur alsnog tot vergoeding van heffingsrente over te gaan. Heffingsrente werd vergoed over de periode van 1 juli tot en met 31 december 2007. De inspecteur weigerde om wettelijke rente te vergoeden over de heffingsrente. De rechtbank was van oordeel dat de inspecteur door te laat over te gaan tot vergoeding van heffingsrente in verzuim is geweest. Daarom had hij de wettelijke rente moeten vergoeden over de heffingsrente. Dat oordeel van de rechtbank is volgens de Hoge Raad juist.