• kantoor accountenz, breda
  • algemeen 1
  • kantoor accountenz, breda
  • algemeen 1

Een fiets van de zaak, heeft u de fiscale wind al in de rug

In 2020 is de nieuwe bijtellingsregeling voor de fiets van de zaak van kracht gegaan. Dit bijtellingspercentage bedraagt 7%. Wat zijn de fiscale randvoorwaarden voor deze regeling, welk type fiets valt hieronder en hoe zit het met privégebruik?

Bijtelling voor de ter beschikking gestelde fiets
Voor de bijtelling van de fiets van de zaak geldt een forfait van 7% van de consumentenadviesprijs als de werkgever 'ook voor privégebruik' een fiets ter beschikking stelt aan de werknemer. De fiets blijft dan eigendom van de werkgever of wordt door de werkgever geleaset. De regeling geldt ook als de werknemer de fiets zelf leaset en alle kosten van de werkgever vergoed krijgt. Als de werknemer deze fiets gebruikt voor zijn woon-werkverkeer of voor zakelijke ritten, kan er voor die ritten geen sprake meer zijn van een onbelaste reiskostenvergoeding.

Let op! Ook als de fiets alleen privé wordt gebruikt en niet voor woon-werkverkeer, bijvoorbeeld omdat dit gezien de afstand niet mogelijk is, is de bijtellingsregeling van toepassing.

Het kan voorkomen dat de fiets gebruikt wordt voor woon-werkverkeer, maar dat op sommige dagen gebruikgemaakt wordt van een privévervoermiddel, zoals de auto. Voor de auto kan op de dagen waarop met het privévervoermiddel wordt gereisd een onbelaste vergoeding worden verstrekt. Omdat dit nogal administratief bewerkelijk is, is goedgekeurd dat werkgever en werknemer individueel afspraken maken over hoeveel dagen per week met de eigen auto wordt gereisd en hoeveel dagen per week met de fiets. Op basis van de afspraken kan een (vaste) onbelaste reiskostenvergoeding worden verschaft. De afspraken moeten zijn afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en moeten reëel zijn. Een incidentele afwijking hoeft echter niet te leiden tot een aanpassing van de vergoeding.

Als de werkgever een fiets ter beschikking stelt, kunnen werkgever en werknemer samen kiezen voor een cafetariaregeling. De werknemer levert dan brutoloon in en krijgt in ruil daarvoor de fiets ter beschikking gesteld. Fiscaal levert dat een besparing op, omdat de werknemer voor de fiets slechts belast wordt voor het bedrag van het forfait van 7%. Voor een cafetariaregeling gelden specifieke eisen, met name voor het realiteitsgehalte ervan.

Let op! Betalingen aan derden komen niet in mindering op de bijtelling, maar kunt u wel onbelast vergoeden. Dat geldt ook voor de kosten van elektra, als de werknemer de elektrische fiets thuis oplaadt.

Eigendom van de werknemer
Het komt ook voor dat de werkgever een fiets aan de werknemer verstrekt of de aanschafkosten van een privéfiets vergoedt. In dat geval is de fiets eigendom van de werknemer. De verstrekking of vergoeding is dan belast loon. Via de werkkostenregeling (WKR) kan de fiets belastingvrij worden verstrekt. Is er geen vrije ruimte meer, dan betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing.

De forfaitaire bijtelling voor privégebruik geldt niet als de fiets verstrekt wordt of als de aanschafkosten van een privéfiets vergoed worden. De werknemer gebruikt dan immers zijn eigen fiets voor zakelijke ritten en woon-werkverkeer. Hiervoor is een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,23 (2024) per kilometer wél mogelijk.

Tip! De werkgever kan de bijtelling voor de fiets onder de WKR laten vallen. Dat kan voordelig zijn als er nog 'vrije ruimte' beschikbaar is.

Let op! De vrije ruimte in de WKR bedraagt in 2024 1,92% over de eerste
€ 400.000 van de loonsom en 1,18% over het meerdere daarvan.

De regels voor werknemers gelden ook voor de DGA van een bv. De DGA wordt fiscaal gezien aangemerkt als werknemer

De waardering van het voordeel van een fiets van de zaak op 7% geldt ook voor zelfstandig ondernemers. Effectief werkt dit hetzelfde als voor werknemers, zij het dat de 7%-bijtelling in dit geval bij de winst wordt opgeteld. Het bedrag van de bijtelling is nooit meer dan de totale kosten van de fiets in het jaar.

Wel of geen privégebruik?
De forfaitaire bijtelling is niet van toepassing als de werknemer de (deel)fiets alleen voor zakelijke ritten gebruikt en dus niet mee naar huis neemt. Maar wordt de fiets ook voor woon-werkverkeer gebruikt, dan geldt er een wettelijke fictie: de fiets wordt geacht 'ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld indien de fiets ook voor woon-werkverkeer ter beschikking is gesteld'. Of de fiets ook daadwerkelijk privé wordt gebruikt, is voor deze regeling niet belangrijk. Anders dan bij een auto kan er bij gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer dus geen 'tegenbewijsregeling' (rittenregistratie) gebruikt worden om aannemelijk te maken dat de fiets niet privé wordt gebruikt.

Definitie van een fiets
Deze bestaat niet. Voor de loonbelasting telt als fiets wat in het gewone spraakgebruik als fiets wordt gezien. Dus wel een (elektrische) fiets, e-bike, racefiets of mountainbike, maar geen gewone bromfietsen en snorfietsen. De speed-pedelec valt wel onder het forfait van 7%. Dit is een fiets met elektrische trapondersteuning met een maximale snelheid tussen de 25 km en de 45 km per uur.

De in Nederland door de fabrikant of importeur publiek kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs geldt als uitgangspunt voor de waarde waarover de bijtelling van 7% wordt berekend. Is deze niet bekend, moet de consumentenadviesprijs van de vergelijkbaarste fiets gehanteerd worden.

Deze waarde geldt zowel voor een nieuwe fiets als voor een gebruikte fiets.
Voor gebruikte fietsen hebben de gezamenlijke fietsimporteurs en fabrikanten via de Stichting Digitaal Samenwerken Tweewielerbranche een onlinetool beschikbaar gesteld op de website www.bijtellingzakelijkefiets.nl.

Tip! Het is vaak aantrekkelijk de fiets na een aantal jaren door de werknemer in privé over te laten nemen. De werkgever mag voor de overnameprijs uitgaan van de prijs bij aanschaf minus een afschrijving van 20% per jaar. Dit betekent dat de fiets na vijf jaar gratis door de werknemer zou kunnen worden overgenomen. De bijtelling van 7% vervalt vanaf dat moment. Voor zakelijk gefietste kilometers, inclusief woon-werkverkeer, kan dan een onbelaste vergoeding van € 0,23 (2024) per km worden verstrekt.

Omzetbelasting
De btw op de aankoop of de leasetermijnen is tot maximaal € 130 aftrekbaar als de werkgever in het lopende kalenderjaar en de twee jaren daarvoor geen fiets aan deze werknemer heeft verstrekt of ter beschikking heeft gesteld. Daarnaast mag de werkgever voor deze btw-aftrek vanaf het verstrekken of ter beschikking stellen van de fiets tot het einde van het kalenderjaar en in elk van de twee volgende kalenderjaren niet voor 50% of meer van het aantal dagen een reiskostenvergoeding verstrekken of op een andere manier voorzien in woon-werkverkeer.
Er is bijvoorbeeld géén btw-aftrek als de medewerker naast de fiets ook een auto van de zaak heeft, maar bijvoorbeeld wel btw-aftrek als de medewerker alle dagen per fiets reist en geen reiskosten-vergoeding meer krijgt.
De aftrekbeperking van de btw tot € 130 geldt niet voor de zakelijke fiets van de ondernemer zelf. Deze dient het privégebruik zelf in te schatten en kan dit deel van de btw niet aftrekken.

Eigen bijdrage voor privégebruik
De bijtelling voor het privégebruik van de ter beschikking gestelde fiets van de zaak betreft het bedrag dat bij de werknemer wordt belast voor het privé kunnen gebruiken van de fiets. Feitelijk gaat het daarbij om vaststelling van het loon in natura. Voor zover de werknemer zelf de kosten van die fiets betaalt in de vorm van een vergoeding voor privégebruik, is er geen sprake van een belast voordeel en daarom ook niet van fiscaal loon in natura. In de wet is het zo geregeld dat de bijtelling belast wordt 'voor zover het uitgaat boven de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor privédoeleinden is verschuldigd'.

Tip! Belangrijk is dan wel dat de werkgever de bijdrage van de werknemer juridisch en administratief de vorm geeft van een vergoeding voor privégebruik en dat dit administratief via de loonstrook verwerkt wordt.

Betaalt de werknemer een eigen bijdrage voor de ter beschikking gestelde fiets, dan is die bijdrage belast met btw. Voor de btw-aftrek van maximaal € 130 moet vervolgens worden beoordeeld of de inkoopprijs minus de eigen bijdrage hoger of lager is dan € 749 inclusief btw. Als het saldo niet hoger is dan € 749 inclusief btw, komt de voor de inkoop/lease van de fiets aan de ondernemer in rekening gebrachte btw volledig voor aftrek in aanmerking.

Als de inkoopprijs of het totaal van de leasetermijnen na aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer hoger is dan € 749 inclusief btw, is de aftrek van btw uitgesloten voor het bedrag dat uitkomt boven € 749.

nvesteringsaftrek

Op specifieke fietsen kan naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) ook de milieu-investeringsaftrek (MIA) van toepassing zijn. Die investeringsaftrek geldt ook bij operational lease, waarbij de leasemaatschappij de aftrek toepast.
Raadpleeg hiervoor de milieulijst van RVO. Naast MIA is vaak ook 75% willekeurige afschrijving mogelijk.

Tip! Om voor MIA en willekeurige afschrijving in aanmerking te komen, moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting(en) zijn aangemeld bij RVO.

Tot slot
Wilt u gebruik maken van de fietsregeling, neem dan contact op met onze belastingadviseurs Marcel de Bree of Caroline Jones. Zij kunnen u een passend advies geven en u adviseren bij de formele vastlegging van de fietsregeling. U kunt hen telefonisch bereiken op 0161-431599.

 

 

 

 

 

 

Een fiets van de zaak, heeft u de fiscale wind al in de rug?

In 2020 is de nieuwe bijtellingsregeling voor de fiets van de zaak van kracht gegaan. Dit bijtellingspercentage bedraagt 7%. Wat zijn de fiscale randvoorwaarden voor deze regeling, welk type fiets valt hieronder en hoe zit het met privégebruik?

 

Een goede vraag voor accountenz, breda

 


Bijtelling voor de ter beschikking gestelde fiets

Voor de bijtelling van de fiets van de zaak geldt een forfait van 7% van de consumentenadviesprijs als de werkgever ‘ook voor privégebruik’ een fiets ter beschikking stelt aan de werknemer. De fiets blijft dan eigendom van de werkgever of wordt door de werkgever geleaset. De regeling geldt ook als de werknemer de fiets zelf leaset en alle kosten van de werkgever vergoed krijgt. Als de werknemer deze fiets gebruikt voor zijn woon-werkverkeer of voor zakelijke ritten, kan er voor die ritten geen sprake meer zijn van een onbelaste reiskostenvergoeding.

 

Let op! Ook als de fiets alleen privé wordt  gebruikt en niet voor woon-werkverkeer, bijvoorbeeld omdat dit gezien de afstand niet mogelijk is, is de bijtellingsregeling van toepassing.

 

Het kan voorkomen dat de fiets gebruikt wordt voor woon-werkverkeer, maar dat op sommige dagen gebruikgemaakt wordt van een privévervoermiddel, zoals de auto. Voor de auto kan op de dagen waarop met het privévervoermiddel wordt gereisd een onbelaste vergoeding worden verstrekt. Omdat dit nogal administratief bewerkelijk is, is goedgekeurd dat werkgever en werknemer individueel afspraken maken over hoeveel dagen per week met de eigen auto wordt gereisd en hoeveel dagen per week met de fiets. Op basis van de afspraken kan een (vaste) onbelaste reiskostenvergoeding worden verschaft. De afspraken moeten zijn afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en moeten reëel zijn. Een incidentele afwijking hoeft echter niet te leiden tot een aanpassing van de vergoeding.

 

Als de werkgever een fiets ter beschikking stelt, kunnen werkgever en werknemer samen kiezen voor een cafetariaregeling. De werknemer levert dan brutoloon in en krijgt in ruil daarvoor de fiets ter beschikking gesteld. Fiscaal levert dat een besparing op, omdat de werknemer voor de fiets slechts belast wordt voor het bedrag van het forfait van 7%. Voor een cafetariaregeling gelden specifieke eisen, met name voor het realiteitsgehalte ervan.

 

Let op! Betalingen aan derden komen niet in mindering op de bijtelling, maar kunt u wel onbelast vergoeden. Dat geldt ook voor de kosten van elektra, als de werknemer de elektrische fiets thuis oplaadt.

 

Eigendom van de werknemer

Het komt ook voor dat de werkgever een fiets aan de werknemer verstrekt of de aanschafkosten van een privéfiets vergoedt. In dat geval is de fiets eigendom van de werknemer. De verstrekking of vergoeding is dan belast loon. Via de werkkostenregeling (WKR) kan de fiets belastingvrij worden verstrekt. Is er geen vrije ruimte meer, dan betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing.

 

De forfaitaire bijtelling voor privégebruik geldt niet als de fiets verstrekt wordt of als de aanschafkosten van een privéfiets vergoed worden. De werknemer gebruikt dan immers zijn eigen fiets voor zakelijke ritten en woon-werkverkeer. Hiervoor is een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,23 (2024)  per kilometer wél mogelijk.

 

Tip! De werkgever kan de bijtelling voor de fiets onder de WKR laten vallen. Dat kan voordelig zijn als er nog ‘vrije ruimte’ beschikbaar is.

 

Let op! De vrije ruimte in de WKR bedraagt in 2024 1,92% over de eerste
€ 400.000 van de loonsom en 1,18% over het meerdere daarvan.

 

De regels voor werknemers gelden ook voor de DGA van een bv. De DGA wordt fiscaal gezien aangemerkt als werknemer

 

De waardering van het voordeel van een fiets van de zaak op 7% geldt ook voor zelfstandig ondernemers. Effectief werkt dit hetzelfde als voor werknemers, zij het dat de 7%-bijtelling in dit geval bij de winst wordt opgeteld. Het bedrag van de bijtelling is nooit meer dan de totale kosten van de fiets in het jaar.

 

Wel of geen privégebruik?

De forfaitaire bijtelling is niet van toepassing als de werknemer de (deel)fiets alleen voor zakelijke ritten gebruikt en dus niet mee naar huis neemt. Maar wordt de fiets ook voor woon-werkverkeer gebruikt, dan geldt er een wettelijke fictie: de fiets wordt geacht ‘ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld indien de fiets ook voor woon-werkverkeer ter beschikking is gesteld’. Of de fiets ook daadwerkelijk privé wordt gebruikt, is voor deze regeling niet belangrijk. Anders dan bij een auto kan er bij gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer dus geen ‘tegenbewijsregeling’ (rittenregistratie) gebruikt worden om aannemelijk te maken dat de fiets niet privé wordt gebruikt.

 

Definitie van een fiets

Deze bestaat niet. Voor de loonbelasting telt als fiets wat in het gewone spraakgebruik als fiets wordt gezien. Dus wel een (elektrische) fiets, e-bike, racefiets of mountainbike, maar geen gewone bromfietsen en snorfietsen. De speed-pedelec valt wel onder het forfait van 7%. Dit is een fiets met elektrische trapondersteuning met een maximale snelheid tussen de 25 km en de 45 km per uur.

 

De in Nederland door de fabrikant of importeur publiek kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs geldt als uitgangspunt voor de waarde waarover de bijtelling van 7% wordt berekend. Is deze niet bekend, moet de consumentenadviesprijs van de vergelijkbaarste fiets gehanteerd worden.

 

Deze waarde geldt zowel voor een nieuwe fiets als voor een gebruikte fiets.

Voor gebruikte fietsen hebben de gezamenlijke fietsimporteurs en fabrikanten via de Stichting Digitaal Samenwerken Tweewielerbranche een onlinetool beschikbaar gesteld op de website www.bijtellingzakelijkefiets.nl.

 

Tip! Het is vaak aantrekkelijk de fiets na een aantal jaren door de werknemer in privé over te laten nemen. De werkgever mag voor de overnameprijs uitgaan van de prijs bij aanschaf minus een afschrijving van 20% per jaar. Dit betekent dat de fiets na vijf jaar gratis door de werknemer zou kunnen worden overgenomen. De bijtelling van 7% vervalt vanaf dat moment. Voor zakelijk gefietste kilometers, inclusief woon-werkverkeer, kan dan een onbelaste vergoeding van € 0,23 (2024) per km worden verstrekt.

 

Omzetbelasting

De btw op de aankoop of de leasetermijnen is tot maximaal € 130 aftrekbaar als de werkgever in het lopende kalenderjaar en de twee jaren daarvoor geen fiets aan deze werknemer heeft verstrekt of ter beschikking heeft gesteld. Daarnaast mag de werkgever voor deze btw-aftrek vanaf het verstrekken of ter beschikking stellen van de fiets tot het einde van het kalenderjaar en in elk van de twee volgende kalenderjaren niet voor 50% of meer van het aantal dagen een reiskostenvergoeding verstrekken of op een andere manier voorzien in woon-werkverkeer.

Er is bijvoorbeeld géén btw-aftrek als de medewerker naast de fiets ook een auto van de zaak heeft, maar bijvoorbeeld wel btw-aftrek als de medewerker alle dagen per fiets reist en geen reiskosten-vergoeding meer krijgt.

De aftrekbeperking van de btw tot € 130 geldt niet voor de zakelijke fiets van de ondernemer zelf. Deze dient het privégebruik zelf in te schatten en kan dit deel van de btw niet aftrekken.

 

Eigen bijdrage voor privégebruik

De bijtelling voor het privégebruik van de ter beschikking gestelde fiets van de zaak betreft het bedrag dat bij de werknemer wordt belast voor het privé kunnen gebruiken van de fiets. Feitelijk gaat het daarbij om vaststelling van het loon in natura. Voor zover de werknemer zelf de kosten van die fiets betaalt in de vorm van een vergoeding voor privégebruik, is er geen sprake van een belast voordeel en daarom ook niet van fiscaal loon in natura. In de wet is het zo geregeld dat de bijtelling belast wordt ‘voor zover het uitgaat boven de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor privédoeleinden is verschuldigd’.

Tip! Belangrijk is dan wel dat de werkgever de bijdrage van de werknemer juridisch en administratief de vorm geeft van een vergoeding voor privégebruik en dat dit administratief via de loonstrook verwerkt wordt.

Betaalt de werknemer een eigen bijdrage voor de ter beschikking gestelde fiets, dan is die bijdrage belast met btw. Voor de btw-aftrek van maximaal € 130 moet vervolgens worden beoordeeld of de inkoopprijs minus de eigen bijdrage hoger of lager is dan € 749 inclusief btw. Als het saldo niet hoger is dan € 749 inclusief btw, komt de voor de inkoop/lease van de fiets aan de ondernemer in rekening gebrachte btw volledig voor aftrek in aanmerking.

Als de inkoopprijs of het totaal van de leasetermijnen na aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer hoger is dan € 749 inclusief btw, is de aftrek van btw uitgesloten voor het bedrag dat uitkomt boven € 749.

 

Investeringsaftrek

Op specifieke fietsen kan naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) ook de milieu-investeringsaftrek (MIA) van toepassing zijn. Die investeringsaftrek geldt ook bij operational lease, waarbij de leasemaatschappij de aftrek toepast.

Raadpleeg hiervoor de milieulijst van RVO. Naast MIA is vaak ook 75% willekeurige afschrijving mogelijk.

 

Tip! Om voor MIA en willekeurige afschrijving in aanmerking te komen, moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting(en) zijn aangemeld bij RVO.

 

Tot slot

accountenz,     

breda

T  0161-431599

www.accountenzbreda.nl

 

Wilt u gebruik maken van de fietsregeling, neem dan contact op met onze belastingadviseurs Marcel de Bree of Caroline Jones. Zij kunnen u een passend advies geven en u adviseren bij de formele vastlegging van de fietsregeling. U kunt hen telefonisch bereiken op 0161-431599.